Karpathos

maandag, augustus 23, 2004

Kinderlokker

Op het terras zitten alleen maar Nederlanders. De meeste komen om een biertje te drinken. Het is nog geen etenstijd. Naast me zit een kleuter, een meisje van twee jaar, met haar ouders. Ze praten kinderachtig tegen het meisje. Stompzinnig klinkt het, alsof ze niet helemaal goed zijn. Dat wordt er weer één met een taalachterstand.

De vader ziet er saai uit. Saai haar, dikkig, korte fletse broek, sandalen met sokken. Zij is de gelukkige moeder, bepaald geen grijze muis. Wat doet ze met zo’n vent? Ze letten voortdurend op hun dochter. Ze mag niet de straat op rennen.
– “Kijk, daar kwam weer zo’n grote auto. Zag je hem wel”, vraagt papa. Het kind reageert niet.
– “Als die tegen je opbotst doet het heel erg pijn”, vervolgt papa
- “Moet ik dan huilen”, vraagt het kind.
Ik zal u de rest van het gesprek besparen.

Het is tijd om drinken te bestellen. Het bestellen van een glas jus d’orange doen pa en ma met zijn tweeën.
- “Heeft u ook verse jus”, vraagt zij. De serveerster schrijft het op.
- “Het is toch wel verse jus”, vraagt zij. De serveerster reageert niet.
- “O ja, en geen ijsblokjes”, zegt hij. De serveerster reageert niet.
- “Ik wil graag een klein bier”, zegt hij. Der serveerster zet er nog een streepje bij.

Het eten komt. De kleuter van twee loopt weg en vraagt aan mij of ik ook ga eten.
- “Heb jij ook een vork”, vraagt ze.
- “Nee, ik drink alleen een biertje”, antwoord ik.
- “Kom maar liefie”, komt de moeder tussenbeide. Het meisje reageert niet.
- “Kom, eten liefie”. Het meisje wordt aan de arm getrokken en op haar stoeltje gezet. Een beetje paniekerig.
Deze kinderlokker neemt nog maar een slokje van zijn biertje. Gewoon, uit een blikje Heineken. Niks bijzonders.

(Foto Jannet de Vries-Zweep)