Karpathos

dinsdag, augustus 24, 2004

Sonja en Peter

- “Ze heten Sonja en Peter”, zegt Inge.
- “Schrijf dat maar op in je boekje”.
Inge haalt haar nieuwe boek van Nikki French uit het blauwe rugzakje en duikt weer terug op haar strandbed. Ze draait haar hoofd weg.

Sonja en Peter hebben net als wij vorig jaar op Korfoe gezeild. Nu komen we ze toevallig weer tegen. Sonja kon al zeilen, Peter nog niet. Ze herinneren zich nog steeds het marifoonverkeer van die keer dat wij in een zware onweersbui terecht waren gekomen. De motor deed het niet. Ik stond aan het roer en hield de boot met de kop in de wind. Inge hing aan de giek met haar armen om het grootzeil, zeilbandjes vergeten.

Ik heb het een beetje koud, onder de parasol, in de schaduw. Ik trek het bed iets naar voren. Zo, dat is beter, de zon brandt op mijn linkerarm. Inge wil haar bed draaien, zodat ze ook meer in de zon zit.
- “Jij houdt toch van de parasol”, zegt Inge, als mijn bed op het plekje staat dat ze voor zichzelf had bedacht. Ik leg mijn schrift neer en verhuis.

Ze waren nogal op zichzelf, Sonja en Peter. Op Paxos is hun schip bijna vergaan. Hun anker ging krabben, ze dreigden op de rotsen te slaan. Maar natuurlijk kwam het goed, hoewel Sonja haar vingers blesseerde toen deze verstrikt raakten in de ankerketting.

Inge zit op haar nieuwe plekje.
- “Ik kan alleen maar lezen in de schaduw”, zegt ze en legt haar boekje weer terug in het blauwe rugzakje.

Peter was verbrand in zijn gezicht, behalve achter zijn zonnebril. Peter heeft een beugel, onder en boven, zo’n geval van prikkeldraad. Moeilijk zoenen lijkt me zo, ik vraag m’n hele leven al af hoe dat moet.

- “Paxos, Monganishi, Mourtos, Sivota, Gouvia”, Inge noemt alle dorpjes van onze zeiltocht op.
- “Zo, ik ben eruit.”
Gelukkig. Ze heeft ze weer allemaal op een rijtje. Het is half drie in de middag.

(Foto Mike de Ruiter)